donderdag 15 augustus 2019

Cao voor Uitzendkrachten

Er gaat vanaf 30 december 2019 één nieuwe Cao voor Uitzendkrachten gelden. In dit artikel vind je een overzicht van alle veranderingen zoals fasensysteem, loon, toeslagen, loonsverhogingen, vakantietoeslag, vrije dagen en nog heel veel andere zaken die belangrijk zijn om te weten als uitzendkracht. Een paar veranderingen gaan al op 1 september 2019 in.


Wat wijzigt er al op 1 september 2019
Werken bij verschillende onderdelen van hetzelfde uitzendburo
Als je bij een uitzendburo voor verschillende onderdelen van dat uitzendburo werkt, blijf je de gewerkte weken in het fasensysteem doortellen. Als er ook sprake is van opvolgend werkgeverschap dan behoudt je ook je inschaling en je rechten op periodieke verhogingen


Beloning
De toeslag voor fysiek zwaar werk zoals koudetoeslag wordt onderdeel van de inlenersbeloning. Als de vaste mensen van het bedrijf dit krijgen dan krijg jij het als uitzendkracht voortaan ook.

De nieuwe CAO vanaf 30 december 2019

In de nieuwe Cao voor Uitzendkrachten die vanaf 30 december 2019 gaat gelden wijzigt er nogal wat. Hierna een opsomming van de wijzigingen:

Rechtspositie
■ Er komt een minimale contractduur van 4 weken in fase A / 1-2 voor de volgende contracten bij elkaar opvolgende uitzendovereenkomsten zonder uitzendbeding voor bepaalde tijd bij dezelfde uitzendonderneming en voor dezelfde opdrachtgever. Hiermee worden repeterende dag- en weekcontracten tegengegaan.
■ De kennisgevingstermijn voor beëindiging van uitzendovereenkomsten met uitzendbeding gaat gelden na 26 gewerkte weken en wordt 10 dagen.
■ Voor uitzendovereenkomsten voor bepaalde en onbepaalde tijd gelden bij - tussentijdse - beëindiging de wettelijke opzegtermijnen.
Beloning
■ De inlenersbeloning gaat gelden voor alle uitzendkrachten. Ook bij doorlening van de ene opdrachtgever aan de volgende geldt de inlenersbeloning van de opdrachtgever waar de uitzendkracht werkzaam is. Hiermee wordt ontduiken van de cao op dit onderdeel voorkomen.
■ Alleen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en schoolverlaters zonder startkwalificatie kunnen tot de allocatiegroep behoren. Voor hen geldt de inlenersbeloning niet maar een afwijkend loongebouw met periodieke verhogingen. Wel ontvangen zij de toeslagen, arbeidsduurverkorting en kostenvergoedingen zoals die gelden bij de inlener. Uitzendkrachten in de allocatiegroep krijgen na 26 weken een periodieke verhoging van 2,25%.
■ De uitzendkrachten in fase C die tot 30 december 2019 de volgens de ABU-cao de ABU-beloning zijn toegekend, gaan per die datum over op inlenersbeloning waarbij het feitelijk loon minimaal gelijk blijft.
■ Voor alle vakantiewerkers gaat de inlenersbeloning gelden.
■ Uitzendkrachten hebben recht op duidelijke informatie over hun beloning. Zo krijgen uitzendkrachten op verzoek meer uitleg over de beloning waar zij recht op hebben én moet het uitsluiten van loon als er geen werk is, schriftelijk worden vastgelegd.
■ Het element toeslagen van de inlenersbeloning is beter beschreven waardoor er geen onduidelijkheid meer is dat alle toeslagen voor het werken in onregelmatigheid en ploegendienst er onder vallen.
■ In de cao worden verschillende loonbegrippen gebruikt, zoals feitelijk loon en naar tijdruimte vastgesteld loon, deze zijn duidelijker omschreven en in sommige situaties leidt dat tot een verbetering van de grondslagen binnen de cao. Bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid kan dat leiden tot meer loonelementen waarover de ziekte aanvulling plaatsvindt.
■ Uitzendkrachten krijgen voortaan ook een vergoeding voor aan het werk verbonden reisuren als de opdrachtgever een regeling voor vergoeding van reisuren kent.
■ Uitzendkrachten krijgen sneller een periodieke verhoging toegekend als zij langer in (nagenoeg) dezelfde functie bij verschillende opdrachtgevers maar via dezelfde uitzendonderneming hebben gewerkt. De werkervaring wordt dan over de opdrachtgevers heen doorgeteld.
3/3
■ Bij het wegvallen van werk krijgen uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst met een loondoorbetalingsverplichting, in principe alle uitzendkrachten in fase B / 3 en C / 4, 100% van hun uurloon in hun laatste terbeschikkingstelling betaald. Als ze vervolgens bij een andere opdrachtgever gaan werken, ontvangen ze de daar geldende inlenersbeloning. Voor uitzendkrachten in fase C / 4 met een uitzendovereenkomst voor onbepaalde tijd gaat een nieuwe sterk vereenvoudigde inkomensbescherming gelden. Het loon in een nieuwe opdracht is de daar geldende inlenersbeloning maar bedraagt altijd tenminste 90% van het laatst verdiende loon en nooit minder dan 85% van het hoogst genoten loon in fase C / 4.
■ Voor de hele uitzendsector gaat één regeling voor loondoorbetaling bij ziekte gelden. In het eerste jaar wordt het loon tot 90% en in het tweede jaar tot 80% aangevuld. Voor AOW-gerechtigde uitzendkrachten geldt de wettelijke termijn (van op dit moment 13 weken) voor loondoorbetaling bij ziekte. Voor uitzendovereenkomsten voor bepaalde en onbepaalde tijd is beter omschreven op basis van hoeveel uren ziektegeld moet worden betaald en over welke loonelementen.
■ De vakantiebijslag wordt verhoogd naar 8,33%.
■ De pensioenopbouw voor arbeidsmigranten, waarbij sprake is van uitruil van arbeidsvoorwaarden, wordt verbeterd. Ook over het uitgeruilde loon wordt pensioen opgebouwd.
■ Toeslagen voor werken in onregelmatigheid of voor overwerk worden direct uitbetaald of in overleg in tijd gereserveerd voor compensatie-uren.
Verlofregelingen
■ Alle uitzendkrachten krijgen voortaan recht op 25 vakantiedagen. Voor vakantiewerkers blijft een afwijkende regeling gelden, zij hebben slechts recht op het wettelijk aantal vakantiedagen.
■ Bij de toekenning van feestdagen wordt verduidelijkt wanneer er recht bestaat op doorbetaling van de feestdag. Als het niet duidelijk is of op de feestdag normaliter door de uitzendkracht zou zijn gewerkt, moet worden gekeken naar het bestendig arbeidspatroon. Hiervan is sprake als op 7 dagen waarop de feestdag valt in de voorafgaande 13 weken is gewerkt op die dag. Er komen regels om het onterecht niet toekennen van feestdagen tegen te gaan. Cao-partijen gaan ook onderzoek doen naar de toekenning van feestdagen in de praktijk.
■ De bijzonder verlof regeling is door harmonisatie gewijzigd. Het geboorteverlof en verlof voor het afleggen van het vakexamen zijn toegevoegd en de verhuisdag is daarmee komen te vervallen.
Duurzame inzetbaarheid
■ De bestaande regeling voor scholing en ontwikkeling wordt verbreed naar een regeling voor duurzame inzetbaarheid. Er geldt een ongewijzigde bestedingsverplichting voor duurzame inzetbaarheid van 1,02 %.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten